
Spreekwoorden: (1914)
Er een slaatje uitslaan (of maken)d.w.z. met iets een voordeeltje behalen. Vgl. Harreb. II, 270: Hij zal daar een mooi slaatje vandaan halen, d.w.z. hij zal er een groote erfenis vandaan halen; Nest, 83: Er was een slaatje te slaan; P.K. 116: Dat mensch maakt er alleenig nog een goed slaatje uit en ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Er een slaatje uitslaan (of maken)d.w.z. met iets een voordeeltje behalen. Vgl. Harreb. II, 270: Hij zal daar een mooi slaatje vandaan halen, d.w.z. hij zal er een groote erfenis vandaan halen; Nest, 83: Er was een slaatje te slaan; P.K. 116: Dat mensch maakt er alleenig nog een goed slaatje uit en ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.